Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [39]Het begin des krakeels is [gelijk] een, [40]die het water opening geeft; daarom verlaat den twist, eer [41]hij zich [42]vermengt. 39. Dat is die het krakeel of geschil begint. 40. Dat is die het water inlaat, door de sluis te openen of den dam te breken, waarmede het wederhouden wordt. Want deze opening en breuk blijvende, is er geen houden aan den loop des waters; ja deszelfs doorgang wordt hoe langer zo ruimer. 41. Te weten, de twist. 42. Of, vermengd worde; te weten, onder velen, die daarin getrokken en mede gemoeid worden. Of eer gij u daarin mengt.